FAQ

Raadpleeg hier ook de handleiding.

1. ALGEMEEN

1. WIJ HEBBEN VERSCHILLENDE VESTIGINGEN. KUNNEN WE PER VESTIGING EEN PLAN INDIENEN?

Er moet één demografieplan per RSZ-nummer ingediend worden. Het bedrag aan financiële ondersteuning waar je recht op hebt wordt ook per RSZ-nummer berekend. Als je verschillende maatregelen per vestiging hebt moet je deze groeperen op één plan per RSZ-nummer.

2. MOET ER EEN PLAN PER JAAR INGEDIEND WORDEN?

Je hebt als onderneming de mogelijkheid een plan in te dienen voor maximum 4 jaar. Je beslist zelf of je plan 1, 2, 3 of 4 jaren geldig is.

Je kan een plan indienen:

Voor de eerste periode: vanaf 2016 tot maximaal 2019 of vanaf 2017 tot maximaal 2020

  • Vanaf 2016 tot maximaal eind 2019
  • vanaf 2017 tot maximaal eind 2020
  • vanaf 2018 tot maximaal eind 2020
  • vanaf 2019 tot maximaal eind 2020
  • voor het jaar 2020

 

Voor de tweede periode: vanaf 2020 tot maximaal 2023 of vanaf 2021 tot maximaal 2024

  • Vanaf 2020 tot maximaal eind 2023
  • vanaf 2021 tot maximaal eind 2024
  • vanaf 2022 tot maximaal eind 2024
  • vanaf 2023 tot maximaal eind 2024
  • voor het jaar 2024

 

De bijdragen worden per jaar teruggestort en kunnen dus niet opgespaard worden over de jaren heen.

 

Als je een plan indiende voor een bepaalde periode en je wil dit later verlengen, verkorten of inhoudelijk wijzigen dien je een gewijzigd plan in dat opnieuw de volledige goedkeurings-flow zal doorlopen.

3. WANNEER MOET IK TEN LAATSTE HET DEMOGRAFIEPLAN INDIENEN?

Je kan je demografieplan op elk moment van het jaar indienen tot 31 december van het jaar waarover het plan gaat.

In je plan geef je aan welke de startdatum is van je plan. De startdatum van het plan is telkens de eerste van een maand en dit is dan ook de startdatum voor het uitvoeren van de acties (en dus ook de kosten) die in aanmerking komen voor terugbetaling.

Indien je plan voor een bepaald jaar tijdig werd ingediend (dus eind december van het betreffende jaar) kunnen eventuele aanpassingen na bemerkingen van het beheerscomité nog gebeuren tot en met 30 juni van het jaar nadien.

4. VANAF WELKE LEEFTIJD KOMEN WERKNEMERS IN AANMERKING VOOR MAATREGELEN IN HET DEMOGRAFIEPLAN?

Er is geen leeftijdsbegrenzing voor de begunstigden van het plan.

5. DOOR WIE MOET HET DEMOGRAFIEPLAN IN HET BEDRIJF GOEDGEKEURD WORDEN?

De goedkeuring door het overlegorgaan zoals voorzien in de cao is een belangrijk onderdeel van het plan. Het plan wordt telkens opgemaakt in overleg met de werknemers van de onderneming. Als er een ondernemingsraad, syndicale delegatie of comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat in je onderneming is ook de goedkeuring van dit orgaan nodig voor het indienen van het plan.

Er is sprake van goedkeuring indien er een gewone meerderheid is binnen respectievelijk de werknemers- en de werkgeversafvaardiging.

De goedkeuring wordt geregistreerd op het document ‘Verklaring van goedkeuring van het demografieplan’.

6. WAT ALS IK GEEN ONDERNEMINGSRAAD, NOCH SYNDICALE DELEGATIE, NOCH CPBW HEB?

Als je geen ondernemingsraad, syndicale delegatie of comité preventie en bescherming op het werk hebt moet het demografieplan in overleg met de werknemers tot stand komen.

Dit overleg wordt geregistreerd op het document ‘Verklaring van goedkeuring van het demografieplan’.

7. WANNEER WORDT MIJN PLAN BESPROKEN OP HET BEHEERSCOMITÉ?

Elk plan dat 14 dagen voor de vergadering van het beheerscomité werd ingediend en volledig is, wordt voorgelegd op de vergadering. Het beheerscomité vergadert maandelijks. De persoon die het plan op de website heeft ingediend zal feedback krijgen over de beoordeling via mail.

8. KAN MIJN BEDRIJF BEROEP DOEN OP HET DEMOGRAFIEFONDS?

Het Demografiefonds is opgericht voor arbeiders en bedienden van de bedrijven van de paritaire comités 116 en 207. Als je bedrijf deel uitmaakt van deze PC’s en je organisatie heeft RSZ-categorie 087 of 187, kan je een demografieplan opmaken en aanspraak maken op de financiële steun van het Demografiefonds.

9. HOE BEGIN IK AAN HET OPMAKEN VAN EEN DEMOGRAFIEPLAN?

Op deze website vind je een ‘Plan van aanpak’ dat je kan helpen bij het overleg over en de opmaak van een demografieplan.

10. WIE KAN IK CONTACTEREN ALS IK VRAGEN HEB OVER HET DEMOGRAFIEPLAN?

In de schoot van het Demografiefonds werd een groep deskundigen aangesteld om je te ondersteunen. Je vindt de contactgegevens van deze experten terug op deze website. Je vragen zullen vertrouwelijk behandeld worden.

11. WAT IS HET DEMOGRAFIEFONDS?

De sociale partners van de sector chemie, kunststoffen en life sciences hebben een Demografiefonds opgericht dat concrete projecten in de bedrijven zal financieren om in het kader van de demografische uitdagingen en de gevolgen van het verlengen van de loopbanen de werkbaarheid in de sector te behouden en verbeteren.

12. WIE BEHEERT HET DEMOGRAFIEFONDS?

Het Demografiefonds wordt paritair aangestuurd door een beheerscomité. Je vindt de samenstelling van het beheerscomité op de website.

13. WIE DOET DE ADMINISTRATIEVE OPVOLGING VAN HET DEMOGRAFIEFONDS?

De administratieve opvolging van het Demografiefonds is toevertrouwd aan het Office van Demografiefonds. Je vindt de contactgegevens van het office (office@demografiefonds.be) op de website.

2. ACTIES EN BEWIJSSTUKKEN

1. WELKE ACTIES KOMEN IN AANMERKING VOOR HET DEMOGRAFIEPLAN?

De cao voorziet een indeling van de acties in verschillende actiegebieden:

Actiegebied 1: Werk

Actiegebied 2: Gezondheid

Actiegebied 3: Competenties

Actiegebied 4: Loopbaanbeleid

Onder deze actiegebieden worden in de cao enkele concrete maatregelen opgesomd. De opsomming van de maatregelen in de cao geven een richting aan en zijn dus niet limitatief.

Een overzicht van de goedgekeurde maatregelen vind je hier.

Om een actieplan op te maken specifiek naar de noden van je werknemers en je organisatie verwijzen we naar het ‘Plan van aanpak’.

2. Wat bedoelt men met ‘nieuwe’ maatregelen?

Een nieuwe maatregel is een maatregel die voldoet aan minstens volgende cumulatieve voorwaarden:

  • De maatregel werd als dusdanig erkend bij de goedkeuring in het in de onderneming bevoegde overlegorgaan.
  • De maatregel is ten vroegste in voege vanaf 1/1/2016.

Maatregelen die voortvloeien uit een wettelijke verplichting kunnen niet in het demografieplan opgenomen worden.

3. VANAF WANNEER KUNNEN WE KOSTEN BEGINNEN MAKEN? VANAF WELKE DATUM TELLEN DE GEMAAKTE KOSTEN?

De startdatum die de onderneming aangeeft op het plan is telkens de eerste dag van een maand en geldt als startdatum voor de acties en dus het maken van de kosten.

4. WELKE BEWIJSSTUKKEN ZULLEN AANVAARD WORDEN?

Mogelijke bewijsstukken kunnen zijn:

  • Voor uitgaven waar een factuur aan verbonden is.

Bewijsstuk: de factuur, geadresseerd aan de onderneming met het juiste RSZ-nummer, vermelding van een datum voor de levering van de goederen of uitvoering van de opdracht. Het bedrag zonder BTW kan ingebracht worden als kost. Verplaatsingsonkosten kunnen wel ingediend worden. Het beheerscomité zal deze kosten beoordelen.Opgelet: Indien het gaat om een factuur van een externe uitvoerder (consultant, trainer,..) kan per gepresteerde uur maximaal 75€ ingebracht worden als kost, ongeacht het bedrag van de factuur. Indien de gepresteerde uren niet vermeld worden op de factuur moeten deze apart opgegeven worden.

  • Forfaitaire terugbetaling voor de loonkost van werknemers die in het kader van een maatregel worden ingezet of die begunstigde zijn van een maatregel: € 30/uur voor de begunstigde, € 55/uur voor de begeleider/opleider.

Bewijsstuk: gehandtekende aanwezigheidslijst indien het gaat om een actie in groep of document met beschrijving/overzicht van de activiteit, naam van de interne werknemer en aantal uren indien het gaat om een individuele actie

  • Werkelijke loonkost: voor loonkost van een begunstigde van de maatregel.

Bewijsstuk: De berekening van loonkost in de daarvoor voorziene excelfile met een bewijsstuk voor alle onderdelen van de berekening of een bewijs door derden via een specifieke verklaring van het Sociaal Secretariaat.

Het invullen van de excelfile gebeurt op volgende wijze:

  • Per begunstigde(n)(vermelding van het personeelsnummer) en per maatregel in het goedgekeurde plan van dat jaar wordt de berekening gemaakt
  • 4 componenten in € uitgedrukt:
  • Brutoloon van werknemer
  • Forfaitaire patronale RSZ bijdragebedrag, waarbij het forfaitair % voor arbeiders en
    bedienden respectievelijk 33,23% + 10,27% jaarlijkse vakantie = 43,50% en 27,26 % is.
    Dit zijn de percentages geldig voor de kosten van het jaar 2022. 
  • Bedrag van patronale kostenvermindering
    • Het reële bedrag van de vermindering van bedrijfsvoorheffing op ploegenarbeid.
    • De structurele RSZ-vermindering voor de betrokken medewerker
    • De verminderingen voor doelgroepen voor de betrokken medewerker
  • Bedrag van reële patronale kosten voor de begunstigde: hierbij duidelijk vermelden over welk soort kost het gaat: bv. groepsverzekering, arbeidsongevallenverzekering, maaltijdscheques, ecocheques,…

De berekeningsformule voor door het Demografiefonds gedefinieerde en toegestane loonelementen van de werkelijke loonkost is de volgende: component A + component B –  component C (in 3 stukken) + component D.

Voor onderstaande specifieke maatregelen zijn volgende regels van toepassing:

  1. Aanwerving van nieuwe medewerkers:
    1. De Excel voor ‘werkelijke loonkost’ moet ingevuld worden (zie hierboven)
    2. Als bewijsstuk kunnen loonfiches of individuele rekening voor de betrokken periode met vermelding van het personeelsnummer
    3. Of een verklaring op eer van het sociaal secretariaat dat de bedragen van de Excel correct zijn ingevuld

 

  1. Toekenning van extra verlof of arbeidsduurvermindering met gebruik van werkelijke loonkost
    1. De Excel voor ‘werkelijke loonkost’ moet ingevuld worden (zie hierboven )
    2. Als bewijsstuk kunnen de loonfiche(s) voor betrokken periode met vermelding van het personeelsnummer
    3. Of een verklaring op eer van het sociaal secretariaat dat de bedragen van de Excel correct zijn ingevuld

 

  1. Toekenning van extra verlof of arbeidsduurvermindering met gebruik van de forfaitaire loonkost 30€/uur
    1. Lijst met personeelsnummers van de begunstigde werknemers, de benaming van het verlof , de dag dat het verlof werd opgenomen en de duur van opname van het verlof
    2. En een verklaring op eer van de HR-verantwoordelijke

 

  1. Vorming met gebruik van werkelijke loonkost
    1. De Excel voor ‘werkelijke loonkost’ moet ingevuld worden (zie hierboven )
    2. Als bewijsstuk moet er een aanwezigheidslijst getekend door de deelnemers ingediend worden met vermelding van datum, duur en benaming van de vorming en het personeelsnummer van de deelnemer
    3. Of een elektronische lijst met vermelding van datum, duur en benaming van de vorming en het personeelsnummer van de deelnemer

 

  1. Vorming met gebruik van de forfaitaire loonkost van 55€ voor de interne begeleider/opleider
    1. Als bewijsstuk moet er een aanwezigheidslijst, getekend door de deelnemer(s) en de interne begeleider/opleider ingediend worden met datum, duur, benaming van de vorming en het personeelsnummer van de deelnemer(s) en interne begeleider/opleider
    2. Of een elektronische lijst met vermelding van datum, duur en benaming van de vorming en het personeelsnummer van de deelnemer(s) en interne begeleider/opleider

Deze opsomming van bewijsstukken is niet exhaustief. Het beheerscomité behoudt het recht om andere bewijsstukken te aanvaarden.

5. WANNEER MOETEN WE DE BEWIJSSTUKKEN INDIENEN?

Het plan dat ingediend wordt kan een looptijd hebben van meerdere jaren. De bewijsstukken op basis waarvan de terugbetaling zal gebeuren worden echter jaarlijks ingediend vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de kosten werden gemaakt.

De kosten gemaakt in een bepaald jaar worden dus ingediend vanaf 1 januari van het jaar volgend op dat jaar. Het indienen van de bewijsstukken kan gedurende 12 maanden. Op basis van de ingediende bewijsstukken wordt de uitbetaling gedaan tot maximum de financiële ondersteuning waar je dat jaar recht op hebt.

Bv. Je dient in 2017 een plan in met een looptijd van 2017 tot en met 2020. Je plan wordt goedgekeurd en je start met de uitvoering van de acties in 2017. Vanaf 1 januari 2018 tot 31 december 2018 zal je de bewijsstukken voor de kosten van 2017 kunnen indienen op basis waarvan dan een uitbetaling zal volgen. Vanaf 1 januari 2019 zal je de bewijsstukken van de kosten van 2018 kunnen indienen etc.

6. WAT ALS IK OP HET MOMENT VAN BEWIJSVOERING GEEN EFFECTIEVE KOSTEN TEN BELOPE VAN 0,15% IN ACTIEGEBIED 1 KAN AANTONEN?

In dat geval vervalt het recht op financiering. Het is dus belangrijk om bij de begroting van de kosten garanties in te bouwen omtrent het bereiken van de eerste 0,15%.

3. BEREKENING VAN HET BUDGET

1. VOOR WELK BEDRAG KAN IK KOSTEN INDIENEN BIJ HET DEMOGRAFIEFONDS?

Op basis van de RSZ-gegevens van de brutoloonmassa van uw onderneming wordt je jaarlijkse bijdrage (0,15%) aan het Demografiefonds berekend door de RSZ-diensten. Deze bijdrage is ook je jaarlijks basisbudget.

Het basisbudget bedraagt dus 0,15% van de brutoloonmassa onderworpen aan RSZ (categorie 015 (aan 108%) voor arbeiders en categorie 495 voor bedienden). Het bedrag wordt berekend per RSZ-nummer.

Bovenop dit basisbudget kan de financiering van het demografieplan onder strikte voorwaarden verhoogd worden met maximaal hetzelfde bedrag (dus tot 0,30%).

 

2. ONDER WELKE VOORWAARDEN HEB IK RECHT OP EEN VERHOGING VAN MIJN BASISBUDGET?

De financiering van het demografieplan kan verhoogd worden met maximaal hetzelfde bedrag als je basisbudget (dus tot 0,30%) indien minstens het volledige basisbudget (0,15%) omgezet wordt in maatregelen van actiegebied 1 (Werk) én de maatregelen van het demografieplan in hun geheel minstens twee verschillende actiegebieden omvatten.

Dus als je in je demografieplan voldoende maatregelen voorziet in actiegebied 1 (Werk), zodat je jaarlijks minstens het volledige basisbudget met deze maatregelen benut, kan je bijkomende maatregelen in actiegebieden 1, 2, 3 of 4 opnemen in je plan.

 

3. KAN IK MINDER DAN HET BASISBUDGET BESTEDEN AAN MIJN DEMOGRAFIEPLAN?

Het is niet mogelijk minder dan het basisbudget te benutten. Het basisbudget van 0,15% in actiegebied 1 moet steeds volledig benut worden. 

4. VAN WAAR KOMT HET BEDRAG DAT IN DE RUBRIEK MIJN DEMOGRAFIEPLAN VERMELD STAAT?

Je vindt telkens een indicatie van het basisbudget voor je onderneming (per RSZ-nummer) terug onder ‘Mijn demografieplan’ op de website wanneer je inlogt met je persoonlijke login.

Het bedrag is een zo goed mogelijke indicatie op basis van de laatste beschikbare gegevens die we van de RSZ-diensten kregen.

Dit bedrag is slechts een indicatie op het moment van indiening, gezien een plan betrekking kan hebben op verschillende jaren in de toekomst en de RSZ-bijdragen kunnen variëren per kalenderjaar gedurende de looptijd van het plan.

 

5. IS ER EEN SPECIALE REGELING VOOR KMO’S?

Voor kmo’s wordt een verhoogde financiële ondersteuning toegepast. Indien de onderneming voldoet aan de criteria van kmo kan als basisbudget een bedrag van € 500 per werknemer worden toegekend, met een maximum van € 5.000 tenzij de toepassing van 0,15% gunstiger is.

Net zoals de andere ondernemingen kan de financiering van het demografieplan van de kmo bovenop dit basisbudget verhoogd worden met maximaal hetzelfde bedrag uit het vormingsfonds (dus tot maximum € 10.000 of €1.000/werknemer) indien minstens het volledige basisbudget (€ 5.000 of € 500/werknemer) omgezet wordt in maatregelen van actiegebied 1 (Werk) én de maatregelen van het demografieplan in zijn geheel minstens twee verschillende actiegebieden omvatten.

Je vindt de definitie van kmo op het document ‘Verklaring op eer KMO’ onder ‘Mijn demografieplan’.

4. ONLINE PROCEDURE

1. HOE KAN IK OP DE WEBSITE EEN PLAN INDIENEN?

Het demografieplan wordt ingediend via de website www.demografiefonds.be onder de rubriek ‘Aanmelden op mijn demografieplan’. Daar wordt bij het opmaken van het plan gevraagd naar de doelstelling, doelgroep en gedetailleerde beschrijving van elke maatregel. Deze informatie is van cruciaal belang voor de beoordeling van het demografieplan door het beheerscomité en dient dus met grote zorg en voldoende detail geformuleerd te worden.
Ga op de website naar ‘Aanmelden op mijn demografieplan’ en log je in. Als je nog geen login en paswoord op deze website hebt vraag je die aan door te klikken op ‘Vraag hier je login aan’ en het aanvraagformulier in te vullen.

 

2. KUNNEN WE MET MEERDERE PERSONEN VAN DE ONDERNEMING EEN LOGIN AANVRAGEN?

Ja, meerdere personen kunnen een login krijgen. Elke login is persoonlijk. Al deze personen zullen het plan kunnen consulteren en indienen. Enkel de persoon die het plan effectief indient zal via mail feedback krijgen.

3. HOE BRENG IK EEN WIJZIGING AAN IN HET PLAN NADAT HET AL INGEDIEND WERD?

Indien je een actie wil verwijderen, toevoegen of aanpassen op jullie plan of je wil de looptijd van het plan wijzigen wordt dit beschouwd als een gewijzigd plan. Je vult het plan aan op de website en laat ook opnieuw de ‘Verklaring goedkeuring van het demografieplan’ en indien nodig ‘Verklaring kmo’ tekenen. Je dient het gewijzigde plan in via de website. Je gewijzigde plan doorloopt de volledige goedkeuringsflow.